Waarom wil je als plaatselijke kerk een werkgroep ‘kerk en klimaat’ of ‘groene kerk’ hebben? Dat is een wezenlijke vraag om bij stil te staan. Een werkgroep oprichten met een vaag doel of een onduidelijke behoefte leidt er vooral toe dat mensen bezig zijn met de werkgroep zelf, terwijl je natuurlijk veel liever aan de slag wilt gaan met groene stappen in je kerk.
Of je nu vanuit de kerkenraad of als groep enthousiastelingen, bottom-up, het thema onder de aandacht brengt, het is altijd goed om van tevoren met elkaar na te denken over de voor- en nadelen van de oprichting van een aparte werkgroep ‘kerk en klimaat’ of ‘groene kerk’ (of welke naam jullie bedenken).
“Denk van tevoren goed na over de voor- en nadelen van de oprichting van een aparte werkgroep 'kerk en klimaat' of 'groene kerk'."
Bij het besluit tot al dan niet oprichten van een werkgroep zijn de volgende overwegingen van belang:
Hoe kan een werkgroep ‘kerk en klimaat’ of ‘groene kerk’ eruitzien?
Er zijn een paar taken die elke werkgroep goed moet bemensen (idealiter door verschillende personen), wil de kans op draagvlak en succes optimaal zijn.
Voorzitter
Hij/zij verbindt de werkgroep met andere instellingen in de kerk.
Het is fijn als deze persoon al goed bekend is in de kerk. Hij/zij heeft gevoel voor het draagvlak van de werkgroep in de kerk en verzorgt de officiële presentatie naar buiten toe. Hij/zij is ook degene die de balans in de groep met verschillende leden en energieniveaus moet kunnen bewaken.
Secretaris/schrijver
Iemand die kan schrijven en dat ook wil doen. Denk aan mails, berichten in het kerkblad, beleidsstukken, uitnodigingen en berichten in de kerk-app.
Communicator
Iemand die gevoel heeft bij alles wat over de uitstraling van het onderwerp gaat, van logo tot presentatie en van aanwezigheid tot profilering.
Wat is het alternatief als een officiële werkgroep niet de aangewezen route is?
Het meest gangbare is dan een los-vast verband van enthousiastelingen die de doelstellingen delen maar meer ad hoc activiteiten ontplooien.
Dat kan heel effectief zijn als er in bestaande werkgroepen en structuren al aandacht is voor het thema kerk en klimaat, maar de behoefte bestaat om de betrokkenheid naar een hoger plan te tillen.
Een dergelijke aanpak kenmerkt zich door een sterke focus op projecten en initiatieven, en minder op het meekrijgen van de geloofsgemeenschap in de ontwikkeling. Als die verwachting er wel is, kijk dan goed of de bestaande werkgroepen en structuren daarvoor voldoende zijn.
De inhoud van het beleidsplan
Het is handig als de organisatie van de werkgroep gekoppeld is aan de aandachtsvelden van het beleidsplan.
In het beleidsplan kun je de volgende vier hoofdthema’s aan de orde laten komen:
Een evenwichtige samenstelling
Het is belangrijk dat de leden van de werkgroep affiniteit met de verschillende aandachtsgebieden hebben. Vorm een gevarieerd gezelschap met verschillende capaciteiten en een verschillend energieniveau.
Niet alleen zeer gedreven mensen
Als alle leden heel gedreven zijn, vergroot dat alleen maar het risico dat de werkgroep voor de troepen uit gaat lopen. Als er een paar mensen lid willen zijn die wel íéts willen doen maar niet te veel tijd hebben, omarm ze. Aan de andere kant, de werkgroep heeft minimaal één lid met veel energie nodig, iemand die veel in gang kan zetten. Vaak is dat in de praktijk de voorzitter en/of de secretaris.
Verschillende voorkeursstijlen voor samenwerken
Er kan spanning ontstaan als de leden van de werkgroep niet regelmatig onderzoeken en naar elkaar uitspreken welke aanpak en stijl van samenwerken ze hebben. Het Lowlander Project heeft hiervoor meerdere hulpmiddelen in de aanbieding. Maak daar gebruik van. Geef de voorzitter de ruimte om initiatieven te ontplooien om de groepsdynamiek te versterken.
Hoe lang duurt het voordat een werkgroep serieus resultaat boekt?
Ga uit van een doorlooptijd van vier jaar. Dat is wel nodig om zichtbare resultaten te boeken die beklijven. Het is voor de stabiliteit van de werkzaamheden fijn als de trekkers zich ook echt voor een langere periode (liefst vier jaar) aan de werkgroep committeren. Dat geeft de kans om structureel te bouwen. Maar wees ook niet teleurgesteld als je in het eerste jaar nog niet veel hebt kunnen bereiken!
“Vorm een gevarieerd gezelschap met verschillende capaciteiten en een verschillend energieniveau. Als alle leden heel gedreven zijn, vergroot dat alleen maar het risico dat de werkgroep voor de troepen uit gaat lopen.”
Allereerst: hoe zorgen jullie ervoor dat mensen jullie benaderen?
Kijk daarvoor ook eens bij Hoe breng ik mijn kerk in beweging.
Belangrijk is dat geïnteresseerde kerkleden jullie laagdrempelig kunnen bereiken. Dat kan eenvoudig door gebruikmaking van sociale media, het kerkblad, het koffiedrinken na de dienst etc. Zorg ervoor dat de namen en contactgegevens van alle leden van de werkgroep overal makkelijk te vinden zijn.
Bedenk ook dat het bij communicatie niet alleen om de inhoud gaat, maar ook om hoe jullie als werkgroep overkomen. Dat maakt of breekt jullie draagvlak en vergroot of verkleint de kans op nieuwe leden.
Bespreek regelmatig in de werkgroep wat jullie terug horen uit de geloofsgemeenschap en pas jullie communicatie daarop aan.
Een andere manier om mensen te vinden is ze te vragen. Dat is lastig. Vaak doen mensen al veel of willen ze zich niet binden. Wacht in ieder geval niet met werven tot het moment dat je echt nieuwe mensen nodig hebt. Leden werven is een structurele activiteit waarbij je bezig bent voor de lange termijn.
Leden werven is een structurele activiteit. Welke stappen zet je?
Bedenk als werkgroep regelmatig hoe jullie zelf graag ontvangen zouden willen worden. Check regelmatig of het nieuwe lid het nog naar zijn of haar zin heeft. Het gaat niet alleen om komen, maar nog veel meer om blijven.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Postadres:
Postbus 655
3800 AR Amersfoort
IBAN: NL13 FVLB 0699 3233 20 (ANBI) t.n.v. Maatschappij van Welstand o.v.v. GroeneKerken
GroeneKerken