Jan Kruidhof geeft, samen met zijn vrouw Sjoukje, leiding aan het korps Leger des Heils Leiden. Jan is voorganger en houdt zich bezig met het pastoraat. Sjoukje ontfermt zich onder andere over de huiskamer en alle activiteiten die daar plaatsvinden. Ze werken vanuit hun hart voor de samenleving. “Met iedereen aan één tafel zitten, verbindt mensen; ze moeten voelen ‘ik doe ertoe’.”
Hoe lang zijn Sjoukje en jij al betrokken bij het Leger des Heils?
“Eigenlijk nog maar kort, zo’n drie-en-een-half jaar. In 2021 besloten Sjoukje en ik het roer om te gooien. We wilden vanuit de kerk echt iets voor de samenleving betekenen en hebben ons toen aangesloten bij het Leger des Heils.”
En jullie zijn een groene kerk, wanneer is dat zaadje geplant?
“Het Leger des Heils in Leiden zit in de Groene steeg, maar daar was weinig groen te bekennen. Toen zijn we aan de slag gegaan met geveltuintjes. De klimplanten die er nu staan, zijn goed voor de biodiversiteit. We vinden het belangrijk om op te komen voor de natuur en kijken steeds wat we als organisatie en persoonlijk kunnen doen.”
Jullie hebben ook een kledingwinkel, kun je daar wat meer over vertellen?
“In de kern gaat het over herwaarderen. Wij geven mensen een tweede kans, dat zit in ons DNA. Maar waarom niet kleding een tweede kans geven? We verzamelen in Leiden per dag honderd (!) vuilniszakken met kleding en schoenen. Wat we overhouden, haalt Leger des Heils Reshare op en brengt dat naar andere plaatsen waar een tekort is. De kledingwinkel is een sociale ontmoetingsplaats geworden.”
Zijn er andere groene activiteiten die jullie ondernemen?
“Ook in onze huiskamer hebben we activiteiten die te maken hebben met herwaarderen. Zo is er een modecafé, waar kleding wordt gemaakt en hersteld. In het kunstcafé gaan mensen creatief aan de slag met spullen die we gekregen hebben. Sowieso kopen we weinig nieuws en als we iets nodig hebben, gaan we eerst naar de kringloop. Planten, kleding, de beamer en andere techniek, het is allemaal tweedehands.”
Wie bezoeken zoal jullie huiskamer?
“Iedereen wordt welkom geheten. Of je nu al jaren komt, of voor het eerst binnenloopt. Onze vrijwilligers stralen dat uit en mensen voelen dat. We zien dan ook dat mensen terugkomen. Ze zijn open over hun problemen en stellen vragen. Als het nodig is, zorgen we voor een warme overdracht naar hulpverlening. Er komen ook mensen die gewoon op zoek zijn naar gezelligheid, of voor een ander iets willen betekenen.”
Het Leger des Heils is actief in 134 landen, dus heel internationaal, en tegelijkertijd zijn jullie heel lokaal georganiseerd.
“Dat klopt. We willen in Leiden het verschil maken en daarom hebben we bijvoorbeeld de soepfiets opgezet. Intussen verkeren we altijd in een veelkleurig gezelschap. Er zijn verschillende mensen met verschillende achtergronden en nationaliteiten. Sommige mensen wonen hier al langer, zoals mensen uit Armenië, Oost-Europa en Tsjechië. Recenter zien we veel vluchtelingen uit Syrië. Ook de vrijwilligers vormen een gemêleerd gezelschap. En we werken samen met studentenverenigingen, die helpen bij de maaltijden.”
Hoe gaan jullie om met de verschillende achtergronden van jullie bezoekers?
“Met iedereen aan één tafel zitten, verbindt mensen. Mensen uit alle hoeken van de samenleving komen bij ons en daarin onderscheiden we ons. Vluchtelingen in de noodopvang of het asielzoekerscentrum zitten veelal in schrijnende situaties. Dat kan heel gevoelig zijn. We vragen er niet naar, maar luisteren alleen maar. Mensen moeten voelen ‘ik doe ertoe’ en ‘het is niet erg dat ik er raar uitzie’.”
Jullie bezoekers zijn niet de mensen die klimaatverandering veroorzaken. Is klimaatrechtvaardigheid voor jullie dan wel een thema?
“Zeker wel. Een aantal keren per jaar hebben we daarover een samenkomst. Dan collecteren we ook voor internationale ontwikkelingshulp. Het gaat om bewustwording, hoe je daar zelf ook aan bij kunt dragen. Bij onze maaltijden hebben we nu alleen biologische melk, omdat je daarmee helpt aan een beter milieu. En we hebben brood van de lokale bakker. Het gaat uiteindelijk om de kleine dingen.”
