In Nieuw Sion komen de grond en mensen tot bloei!
De monniken zijn verhuisd naar Schiermonnikoog, maar klooster Nieuw Sion in de omgeving van Deventer is nog altijd een thuis voor een geloofsgemeenschap én een groene kerk. Marije van der Poel (26) woont er sinds drie jaar. “Proef en geniet de goedheid van de Heer (Psalm 34), dat is wat we hier met elkaar ervaren.”
Wonen in een leefgemeenschap, is dat altijd jouw droom geweest?
“M’n studententijd – ik studeerde religiewetenschappen en wat theologie, nu doe ik een master geestelijke verzorging – bracht ik door in Utrecht. In corona-tijd merkte ik dat de muren op me afkwamen. Dat is ook niet zo vreemd, want ik ben opgegroeid in een dorp en kwam veel bij oma en opa op de boerderij. Ik houd van tuinieren, het buitenleven, het weidse uitzicht, de ruimte om me heen. Toch was die tijd in de stad verrijkend. Ik deed veel vrijwilligerswerk in een asielzoekerscentrum, ook een vorm van een leefgemeenschap. En met buurtgenoten in de wijk Overvecht maakten we een moestuin in de tuin van een zorgcentrum. Mensen met dementie konden de tuin beleven en ervan eten. Ook daar ontstond gemeenschapsgevoel.”
Hoe ben je terechtgekomen bij de woongemeenschap van Nieuw Sion?
“Destijds ontmoette ik mijn vriend en wij zagen allebei een toekomst in een rijtjeshuis niet voor ons. We ontvangen veel inspiratie van hoe andere mensen leven, van andere culturen en generaties. In corona-tijd was er een oproep van Nieuw Sion, dat ze twintigers zochten om er een jaar of twee te wonen en mee te doen met het kloosterritme. Impulsief schreef ik een brief en een paar maanden later woonde ik er. Eerst op de jongerenafdeling, nu samen met mijn vriend in de vaste woongemeenschap. We wonen in de voormalige Davidskluis, een klein huisje aan de rand van het terrein waar eerder een kluizenaar woonde. We horen er de koekoek en de wielewaal in het bosje tegenover ons. ‘s Morgens en ‘s avonds zien we reeën.”
Iedereen werkt mee aan de woongemeenschap, wat is jouw bijdrage daaraan?
“We willen hier leven vanuit vreugde en dankbaarheid voor de overvloed die we van God ontvangen. Iedereen doet acht uur per week vrijwilligerswerk. Maandag is mijn vaste tuindag en dan komen er mensen uit de buurt, ook mensen die aangetrokken worden tot de rust en stilte, om samen te werken in de tuin. Om tien voor twaalf worden de klokken geluid voor het middaggebed. Sommigen leggen het werk neer en gaan naar de kerk, maar niet iedereen voelt zich daartoe aangetrokken. Maar als ik zie met hoeveel eerbied mensen met de schepping omgaan, dan is dat een gebedspraktijk in zichzelf. Zaaien betekent ook dat je vertrouwt dat er een morgen komt. We bewegen mee met het ritme van de seizoenen, tot bloei van de grond die ons draagt en tot bloei van mensen.”
Op welke manier verbind jij zorg voor de aarde, het werken in de tuin, met je geloof?
“Ik zit hier in de sacristie en kijk uit over de tuin. In de kas zijn mensen onkruid aan het wieden, in de keuken wordt rabarbercompote gemaakt. Je voelt de kracht die in de schepping zit en die mensen met elkaar verbindt. Het doet je ook beseffen dat wij niet de kroon op de schepping zijn maar een onderdeel zijn van die schepping. De sabbat, de rust, dat is de werkelijke kroon op de schepping. Veel meer dan rentmeesters – vooral een economische functie – zijn we denk ik geroepen als priesters, die zorgdragen voor de schepping en samen de lof zingen. Nieuw Sion is een oecumenische leefgemeenschap waardoor we veel in aanraking komen met verschillende soorten theologie. We leren bidden met de heiligen die voor ons zijn gegaan. Onlangs bad ik het Zonnelied van Franciscus van Assisi in ons ochtendgebed: we bidden mét de aarde, met broeder zon en zuster maan. Dat we sterk verbonden zijn met de schepping, heb ik op deze plek leren ervaren.”
Hoe gaat het met de monniken die tot 2015 in het klooster Nieuw Sion woonden?
“In de hoogtijdagen woonden hier zestig monniken. Uiteindelijk waren er nog maar acht overgebleven. Zij konden de gebouwen en tuinen niet meer onderhouden. De jongste vier zijn vertrokken naar Schiermonnikoog. De broeders vonden het wel spannend wat wij zijn gaan doen. ‘Weet waar je aan begint’, zo waarschuwden ze ons. ‘Het is een oud gebouw, het dak lekt, de tuin is overwoekerd.’ Stukje bij beetje willen we alles in ere herstellen en verder bouwen. Kijk naar de tuin: hoe groter de moestuin wordt, hoe meer de biodiversiteit herstelt. Als je een spade in de grond steekt, heb je een handvol wormen. Het is belangrijk voor ons dat de monniken ons hun zegen hebben gegeven om verder te bouwen. Ze komen hier graag. Wij zijn voorbijgangers die voortbouwen aan wat zij in gang hebben gezet.”
Het leven met elkaar delen, hoe maak je dat praktisch?
“Er wonen in de woongemeenschap 15 volwassenen en 8 kinderen, binnenkort breiden we nog iets uit. Het leven delen is heel praktisch, omdat niemand alles zelf kan doen: we hebben elkaar nodig om deze plek te onderhouden. De eerste bewoners waren echte pioniers, die hard hebben gewerkt. Nu komt er meer tijd voor bezinning en reflectie op wat we doen. Wat ik heel mooi vind is dat we met meerdere generaties bij elkaar wonen. Ieder heeft een eigen plek, maar we wonen wel dicht bij elkaar. De metafoor van samen het lichaam van Christus zijn, dat resoneert hier. Ik heb talenten die anderen niet hebben en andersom. Proef en geniet de goedheid van de Heer (Psalm 34), dat is wat we hier met elkaar ervaren.”
Een andere levensstijl is nodig, maar niet iedereen omarmt dat. Hoe kijk jij daarnaar?
“Ik vind het jammer dat de toon al snel zorgelijk wordt als het gaat over duurzaamheid. Ergens voel ik dat heel erg mee, onze levensstijl moet veranderen. Paul Schenderling is daarin voor mij als een profeet: leer genieten van genoeg. Tijdens woongemeenschapsavonden hebben we daarover gesproken. Het gaat niet om ‘ik mag dit of dat niet’, maar om ruimte creëren voor verbinding en daarin vreugde ervaren. Ik mis in klimaatdiscussies vaak het genieten van de goedheid van de schepping. God roept ons tot het goede leven, het samen tuinieren en oogsten is een mooi voorbeeld daarvan. Maar we blijven ook hier zoeken hoe we hierin stappen kunnen zetten. Kunnen we deelauto’s samen hebben, samen biologische boodschappen inkopen? Meer spullen en tijd delen?”
Wat is jouw advies aan kerkvergroeners die hiernaar verlangen voor hun eigen geloofsgemeenschap?
Vreugde is aanstekelijk. Het is mooi als je dat zelf kunt uitstralen, of als je anderen kunt vertellen hoe dingen voor jou werken. Bijvoorbeeld dat je minder gaat werken om meer tijd met je kleinkinderen door te brengen. Of als je je vakantiegeld niet uitgeeft aan consumptiegoederen, maar samen met anderen gaat tuinieren. Bezoek een plek waar dit al gebeurt. Kom met mensen uit je kerk logeren op Nieuw Sion, of op een andere plek, en ervaar wat dat met je doet. Het begint met verlangen aanwakkeren en daarvoor is rust nodig. Veel mensen zijn daadgericht en dat is mooi, maar ga eerst dieper bij jezelf naar binnen: waar zit je verlangen, wat is je hoop? Als je je op die manier verbindt, dan vloeit daar vanzelf iets moois uit voort.”
Het is tien voor twaalf. De klokken luiden voor het middaggebed.
Zelf het klooster ervaren deze zomer? Zomer Kloosterfestival 2024 – 22 t/m 25 augustus. Klik op de foto hieronder om naar het evenement te gaan.