Hoop voor Noord is een veelkleurige groene kerk. We spreken met Jurjen ten Brinke, voorganger en evangelist in Amsterdam. “Als Hoop voor Noord willen we niet rebels zijn, maar we proberen mensen in beweging te brengen.”
Kun je ons vertellen wat voor gemeente Hoop voor Noord is?
“We zijn een veelkleurige kerk, 19 jaar geleden gesticht in Amsterdam-Noord. Oorspronkelijk is het een CGK-kerk, maar we zijn er juist voor wie (nog) niet gelooft en we begroeten daarnaast protestanten, katholieken en evangelischen. We noemen onszelf een multiculturele kerk, omdat we maar liefst veertig culturen herbergen. Er zijn bijeenkomsten in de wijken, er zijn huiskerken en we zijn actief in het diaconaat voor de stad. Op die manier zijn we een beweging van het evangelie geworden in plaats van dat we een ‘traditionele’ kerk zijn. Het is zeven dagen per week kerk, waarbij het kerkgebouw behulpzaam is maar het gebeurt daarbuiten.”
Hoe zijn de huiskerken en het wijkwerk met Hoop voor Noord verbonden?
“Er zijn Iraanse, Koerdische, Surinaamse, Pakistaanse en andere huiskerken. Ze komen doordeweeks samen met een eigen maaltijd, muziek en gewoonten, om zo samen kerk te zijn. Een deel komt op zondag naar de gezamenlijke kerkdienst, maar een deel beschouwt de huiskerk als hun kerk. Als er genoeg mensen in een wijk wonen, dan zetten we ook wijkwerk op. Gemeenteleden in de buurt vormen samen een groep, ze bidden voor de wijk en helpen mee met klussen voor stichting Present. Ze organiseren ook maaltijden. Op de eerste zondag in de maand komen ze niet in de kerk, maar hebben ze viering in de buurt.”
Naast de huiskerken en het wijkwerk, zijn jullie actief in het diaconaat.
“Inderdaad, met Diaconie Noord zijn we actief betrokken bij de noden van de stad. Ik ben wel het voordeel van een eigen gebouw gaan zien. Zo is ons gebouw uitgiftepunt voor de Voedselbank. Er komen een paar honderd mensen om een pakket te halen. Op dinsdag en donderdag zijn we een vergaderlocatie voor bijvoorbeeld het Leger des Heils. Er is altijd reuring. De buurt zegt: ‘Als de kerk er niet is, dan zouden we jullie echt missen.’ Er zijn ook nieuwe kerkgebouwen met een grote parkeerplaats en een hek eromheen. Waarom niet het gebouw inzetten om gastvrij te zijn?”
Hoe ervaren jullie de veelkleurigheid van jullie kerk?
“Culturen doen veel, maar de sociale diversiteit is groter dan de culturele diversiteit. Er zijn armen en rijken, jongeren en ouderen en verschillende opleidingsniveaus. Elke zondag ontvangen we een groep dak- en thuislozen. Dat vraagt iets van de gemeente. Het leidt tot vragen en gesprekken, bijvoorbeeld over honden in de kerk. In Hoop voor Noord ben je samen met mensen die je niet zou kiezen als vrienden. Dan komt het erop aan, om de ander uitnemender te achten dan jezelf. Het vraagt veel incasseringsvermogen. Het betekent ook dat je karakter gevormd en gekneed wordt.”
Hoe werkt die veelkleurigheid voor jou persoonlijk?
“Een witte kerk is echt out of my comfort zone. Als wij avondmaal vieren, dan houd ik het vaak niet droog. Zo is er iemand uit de Quote 500, die mentaal aan de grond zit. Via via is hij in onze kerk beland. Hij staat aan de avondmaalstafel naast een dakloze met een hond aan een touwtje. Samen houden ze hun hand op voor een stukje brood en wijn. Beide mensen moeten leven van genade.”
Wat heeft de veelkleurigheid jullie kerk gebracht?
Lachend: “In ieder geval dat we geen vergadering kunnen hebben zonder dat er gegeten wordt. Ook alle kringen en taalgroepen beginnen met een maaltijd. En soms is er na de dienst ineens voor iedereen een kop soep. Er is altijd overvloed, zodat de pannen nooit leeg zijn, want dat is beschamend voor de gastvrouw. We laten ons ook inspireren door Jezus, die veel met andere mensen eet en de maaltijd deelt. Mensen die wat minder te besteden hebben, zijn op hun manier gastvrij. In een buurthuis wordt gedeeld wat er is en dat is genoeg. In een duur restaurant krijg je altijd de vraag of je gereserveerd hebt.”
Hoe komt de veelkleurigheid terug in jullie kerkdiensten?
“Waar wij een keuze in hebben gemaakt, is om de taken in de gemeente beschikbaar te stellen voor zoveel mogelijk verschillende mensen. Als je gastvrij bent, dan moet op het podium zichtbaar zijn wie je bent. Daarom doe ik alleen de preek en de zegen en ligt de leiding van de samenkomst bij anderen. Dan denk ik wel eens ‘het zou zo kunnen’, maar dan zeg ik tegen mezelf ‘we doen dit met elkaar’. Het gaat erom dat je de ander ziet en dat die een zichtbare plek krijgt in de dienst. Je doet het niet voor iemand, maar mét iemand. Als we een Afrikaanse dienst hebben, draag ik Afrikaanse kleiding en gaan we bij de collecte dansend naar voren.”
Jullie zijn ook een groene kerk, hoe leeft duurzaamheid in de gemeente?
“Een paar keer per jaar hebben we weggeeftafels van en voor gemeenteleden en de buurt. Vrijdagavond en zaterdags kunnen mensen spullen brengen en ophalen, zoals kleding, boeken en huishoudelijke artikelen. Laten we dingen niet te gemakkelijk weggooien in onze wegwerpmaatschappij. We zijn nog niet zo groen als het gaat om vegetarisch eten; dat is toch wel een westers ding en lukt ons niet. Maar mensen hebben veelal weinig te besteden. Minder dan de helft van onze gemeente heeft überhaupt een auto. Ze sparen eindeloos om een keer naar hun thuisland te kunnen.”